Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Snel een plek nodig in een verpleeghuis?

Ouderen met een Wlz indicatie vanaf ZZP 5 kunnen op korte termijn terecht in onze locaties De Thuishaven, Landscheiding en Tabitha. Neem contact op met ons Klantenbureau voor meer informatie: 070-8008 888 of klantenbureau@cardia.nl.

Licht en duister tijdens Pasen

Het vieren van Pasen en de vastentijd die eraan voorafgaat, kent een aantal momenten van pijn en hoop, donker en licht.

Het vieren van Pasen en de vastentijd die eraan voorafgaat, kent een aantal momenten van pijn en hoop, donker en licht. Deze tegenstellingen volgen elkaar tijdens Pasen meerdere keren op. Ze horen steeds onlosmakelijk bij zowel het feest als bij het leven. Voordat wij de opstanding mogen vieren moeten wij door de veertig dagen van voorbereiding heen. Ook in de week voor Pasen zien wij deze snelle wisseling van feest en verdriet.

Het begint met Palmpasen, een dag waarop Jezus in Jeruzalem enthousiast onthaald werd door een feestende menigte. Hierna volgt Goede vrijdag, een dag van verstilling waarop wij stilstaan bij de pijn, verlatenheid en dood van Jezus. Wij voelen de wanhoop van de achtergelaten leerlingen mee. Na een dag van gespannen verwachting beleven wij Paaszondag, een dag van overwinning van de dood, bevrijding en hoop.

Dit jaar heb ik met Pasen verdieping en inspiratie gezocht bij de schilderijen van Ladislav Záborský. Het contrast tussen het licht en duister die samenkomen in een schilderij zien wij ook in zijn werk Opgestane Christus en Maria uit Magdala. Deze schilder heeft als belijdende katholiek in het communistisch Slowakije menige donkere uren meegemaakt. Toch heeft hij zijn schilderijen gevuld met een mysterieus licht dat vaak uit een innerlijke bron opwelt.

Een dergelijke vermenging van duister en licht ervaar ik af en toe ook tijdens gesprekken met onze bewoners. Deze week heb ik iemand gesproken wiens blik vooral naar binnen gericht is: naar alles wat er in het lichaam misgaat en welke ongemakken het met zich meebrengt. Soms kan deze persoon over weinig anders praten. De ogen zijn als het ware gericht naar de donkerte van het binnenste waar van alles woelt. Als ik een vraag over Pasen stel, neemt het gesprek toch een andere wending: de herinneringen aan hoe Pasen vroeger werd beleefd worden opgehaald. De vragen over het geloof komen aan het licht en het verlangen naar verdieping in gesprekken met mensen wordt geuit. Ik mag alleen maar hopen dat na een moeizaam begin dat verlangen in dit gesprek een klein beetje vervuld wordt.

Anna Krýsová, geestelijk verzorger Thuishaven