Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Oneindig teder

Als ik uit mijn raam kijk, zie ik de populier voor ons huis met de dag een beetje verkleuren. De bladeren eerst lichtgroen, nu zijn ze al geel en sommigen bruin. In de tuin van de buren staat een esdoorn, die prachtig felrood is geworden. Straks is het november en vallen de bladeren op de grond, worden de takken kaal.

Herfst

De bladeren vallen, vallen als van ver,

als welkten in de hemel verre tuinen;

ze vallen met ontkennende gebaren.

En in de nachten valt de zwarte aarde

uit alle sterren in de eenzaamheid.

Wij allen vallen. Deze hand zal vallen.

En kijk je naar de andere: het is in allen.

Maar Éen is er. Hij vangt dit allen

oneindig teder in zijn handen op.


Rainer Maria Rilke

Wij allen vallen

Wij allen vallen. We ontkomen er niet aan. Als kind leren we de wereld kennen met vallen en opstaan, en eigenlijk blijft dat ons hele leven zo. Wie werd nooit opgeschrikt door een plotseling noodlot; overvallen door het besef dat je als mens plannen kunt maken, maar dat je je uiteindelijk hebt neer te leggen bij wat je overkomt? Een laatste tegenvaller is voor velen het ouder worden. We willen allemaal graag op een leuke manier oud worden, maar wanneer we te afhankelijk worden, de wereld kleiner wordt, en de eenzaamheid groter, dan kan het zijn dat de ouderdom ons zwaar valt.

Speciaal in deze maand, waarin we onze geliefde doden gedenken, weten we: vallen hoort bij het mens-zijn. Hoe mooi is het, wanneer we dan ook, net als in dit gedicht, mogen ervaren, vermoeden of geloven, dat we opgevangen worden.

In de herfst van het leven

Afgelopen week had ik een gesprek met een echtpaar, dat met veel moeite en verlies te maken heeft. Ze zeiden tegen mij: “en toch, door alle verdriet heen, we worden gedragen. We worden, door de diepte heen, gedragen door de mensen om ons heen, en ook door God.” Mogelijk kunt u daar ook iets van ervaren in de herfst van het leven. Dat u gedragen wordt op een onzichtbare manier, de een zal dat God noemen, een ander misschien de liefde, of de schoonheid van de natuur. Deze maand zijn er herdenkingsbijeenkomsten op alle woonzorglocaties van Cardia, waarin we een licht aansteken en de namen noemen van wie ons zijn ontvallen. Omdat we allemaal eens vallen, maar ook opgevangen worden. Door een hand die ‘oneindig teder’ is.

Mirjam Röhling, Geestelijk verzorger Onderwatershof